Johan Daisne was lang stadsbibliothecaris van Gent. In de bibliotheek had hij een kast met boeken die hij niet wou uitlenen. Als bibliothecaris besliste hij welke boeken in deze kasten hoorden. Ook andere bibliotheken hadden soms een kast voor “verboden” boeken. Ze dienden zich immers te houden aan de wetten over goede zeden, waar het parket en de politie volledig anders tegenaan keken in de jaren vijftig en zestig dan nu. Zo mocht onder meer het boek Ik, Jan Cremer niet zomaar uitgeleend worden in de stadsbibliotheek van Gent. ‘Stoute’ boeken waren voorzien van een speciaal merkteken.
Wie een boek uit de speciale kast wou uitlenen, moest een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag naar de hoofdbibliothecaris sturen. Als die de aanvraag goedkeurde, kon men het stoute boek uitlenen.
Bibliografie
Bronnen
Johan Daisne’s censuurkastje.
Literatuur
Musschoot, Dirk. Van Ottogracht tot Krook: het verhaal van de Gentse stadsbibliotheek (1804-2017). Gent: Snoeck, 2017.