Op 11 november 1997 verscheen in Humo het artikel “De koning van het plagiaat: Jan Fabre steelt van Leonard Nolens – Ik heb wel eens gehoord dat Jan Fabre mijn werk apprecieerde, maar ik wist niet dat zijn appreciatie zo ver ging’ – Interview.”
Volgens Humo werd het plagiaat ontdekt door een studente van de Universiteit Gent die haar scriptie schreef over Fabres monoloog. Ze las bij toeval Nolens Stukken van mensen uit 1989 en merkte zo een aantal frappante overeenkomsten op. Nolens beschuldigde Fabre op basis hiervan van plagiaat maar legde nooit officieel klacht neer bij het gerecht. Fabre ontkende alles. De beschuldiging werd al snel de ‘talk of the town’ in cultuurminnend Vlaanderen. Onder meer Stefan Hertmans en Geert van Istendael schreven in november 1997 twee artikels over het hele gebeuren in De Morgen, alsook Koenraad Nijssen, Karel Segers en Peter Dupont in Het Belang van Limburg.
Bibliografie
Bronnen
Van Istendael, Geert. De Morgen. 17.11.1997.
Hertmans, Stefan. De Morgen. 20.11.1997.
Nijssen, Koenraad en Karel Segers. “Plagiaat: Fabre woest op Nolens.” Het Belang van Limburg. 13.11.1997.
Dupont, Peter. “Moet Fabre hangen?” Het Belang van Limburg. 14.11.1997.
Fabre, Jan. De Keizer Van Het Verlies En Andere Theaterteksten. Amsterdam: Bezige Bij, 1994.
Nolens, Leonard. Stukken Van Mensen: Dagboek 1979-1982. Amsterdam: Querido, 1989.
Vanbelle, Annelies, en Anna Marie Musschoot. Jan Fabre: De Keizer Van Het Verlies: Een Zoektocht Naar Authenticiteit. Diss. lic. Germaanse talen.
Literatuur
Van den Dries, Luk. Het geopende lichaam: verzamelde opstellen over Jan Fabre. Antwerpen: De Bezige Bij, 2014.
Janssens, Marcel. “Plagiaat, ‘plagiaat’, of (plagiaat)?” In Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (1997): 177-93.